De wulp is de grootste steltloper van Nederland. Waar deze soort vroeger voornamelijk op heidegebieden broedde, begeven ze zich tegenwoordig in de weilanden. De wulp heeft zich aangepast aan de omstandigheden, maar is dit een gunstige aanpassing? Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels en Landschapsbeheer Drenthe hopen met het onderzoek Wulpen in Drenthe antwoorden te vinden om de wulpen beter te kunnen beschermen. In het broedseizoen van 2020 worden nesten beschermd en wulpenkuikens voorzien van een zender om meer te weten te komen over de opbouw van de populatie en de voortplantingssuccessen.
De wulp is te herkennen aan de karakteristieke vorm van zijn snavel: lang en krom naar beneden gebogen. Een ezelsbruggetje zegt ook wel: De snavel van de wulp, wijst naar zijn gulp. De wulp is een grote, lichtbruine steltloper met lange poten. Het paartje broedt tussen eind maart en eind mei, en in Noord-Europa zelfs tot begin juli. In tegenstelling tot kieviten, die meermaals broedsels kunnen produceren, legt de wulp één broedsel per jaar met meestal 3 of 4 eieren. De totale broedduur ligt tussen de 27 en 29 dagen en de jongen zijn vliegvlug tussen de 32 en 38 dagen.
Samenwerking in het veld
Dankzij de steun van de provincie Drenthe spannen Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels, Landschapsbeheer Drenthe, de Wulpenbrigade, de vrijwillige weidevogelbeschermers en de deelnemende agrariërs zich sinds 2018 met veel passie extra in voor de wulp. Door een intensieve samenwerking tussen de partijen werd al eerder duidelijk dat bescherming van de nesten met een elektrisch raster een zeer positieve bijdrage levert aan het uitkomstsucces van de eieren. In 2019 zijn de eerste jongen voorzien van een zender en hieruit bleek dat het overgrote deel helaas al in de eerste week sterft. In 2020 krijgt het onderzoek daarom een vervolg en ligt de focus op kuikenoverleving.
Rasteren en uitpeilen
De wulpennesten worden omlijnd met een stroomraster van 20 bij 20 meter om de nesten te beschermen tegen grondpredatoren. De eerste dag na het uitkomen van een nest worden de jongen geringd voor het onderzoek en één van de jongen krijgt een zender mee. In totaal worden er twintig jongen gezenderd. Deze zenders worden eens in de drie dagen uitgelezen en zo krijgen de onderzoekers een beter beeld van het gedrag van de jongen en het totale gebied waarin zij zich begeven. Door het onderzoek moet meer duidelijk worden over de kuikenoverleving, mogelijke oorzaken van het wegvallen van de jongen en er wordt duidelijk of er voldoende nageslacht groot wordt gebracht om de populatie in stand te houden of, nog beter, uit te breiden. Op deze manier draagt het onderzoek Wulpen in Drenthe bij aan de bescherming van de wulp voor nu en de toekomst.
ROEG! maakte een item over het onderzoek, bekijk het op hun website.
Wilt u meer leven over het werk van de vrijwillige weidevogelbeschermers en de eerder onderzoeken naar de wulp? Kijk dan op https://lbdrenthe.nl/projecten/weidevogelbescherming