
Van 31 maart tot en met 4 april is het de ‘Week van de teek’. Nu de temperatuur weer oploopt in het voorjaar, worden teken actief. Jaarlijks krijgen 1,5 miljoen mensen in Nederland een tekenbeet en ontwikkelen ongeveer 27.000 mensen de ziekte van Lyme. Een veel kleiner aantal wordt getroffen door andere tekenbeetziekten, zoals tekenencefalitis (TBE). Werk je in het groen, dan loop je extra risico.
Teken lijken op spinnen en kunnen erg klein zijn. Ze komen in heel Nederland voor en leven in bossen, heidegebieden, beschutte weilanden, parken en tuinen. Teken verstoppen zich graag in struiken, (hoog) gras, (dode) bladeren en lage begroeiing. Vanuit deze plekken stappen ze over op passerende dieren of mensen. Teken vallen niet vanuit een boom op mensen, zoals in het verleden veelal werd beweerd.
Waar gaan teken zitten?
Zodra hij zich heeft vastgegrepen, gaat de teek aan de wandel over zijn ‘prooi’, tot hij een plekje vindt waar hij zich vast kan bijten. De teek kan mensen overal op de huid bijten, maar heeft de voorkeur voor liezen, knieholtes, oksels, bilspleet, randen van het ondergoed, achter de oren en rond de haargrens in de nek. Controleer deze plekken en uw kleding goed na thuiskomst bij een bezoek in het groen. Verwijder een teek direct met een tekenverwijderaar. Noteer altijd de datum en beetplek. Bij klachten: neem contact op met de huisarts of bedrijfsarts.
Tekenbeten voorkomen
Om de kans op een tekenbeet te verkleinen, kunt u een aantal voorzorgsmaatregelen nemen:
- Loop niet door dichte begroeiing en struiken.
- Draag huidbedekkende kleding en draag sokken over de broek.
- Spuit sokken, schoenen en broek eventueel in met een insectenwerend middel dat DEET bevat.
- Smeer onbedekte huid in met anti-insectenmiddel dat DEET bevat.
De ‘Week van de teek’ is een initiatief van Stigas in samenwerking met Landschappen NL en tientallen groene organisaties. Kijk hier voor meer informatie over teken en de week van de teek.