Terwijl de heide- en veenvlinders zich klaarmaken voor de winter, is Landschapsbeheer Drenthe druk met het ontwikkelen van zogenaamde beheerwijzers, die door groene organisaties en hun vrijwilligers kunnen worden gebruikt om sturing te geven aan het beheer van deze kwetsbare groep dagvlinders. De beheerwijzers zijn gericht op terreinen waar heide- en veenvlinders voorkomen, zoals de kommavlinder, heivlinder en het veenbesblauwtje. Het leefgebied van deze soorten is kwetsbaar en toepassing van het juiste beheer is daarom erg belangrijk. De wijzers worden gemaakt in samenwerking met externe experts.
Vanuit het project organiseerde Landschapsbeheer Drenthe eind september een speciale ‘beheerdersochtend’, waarbij de laatste conceptversies van de beheerwijzers werden gepresenteerd aan collega’s van Staatsbosbeheer, Het Drentse Landschap, Natuurmonumenten en de provincie Drenthe. Na uitleg over de beheerwijzers gaf Paulien Arends, boswachter ecologie bij Staatsbosbeheer, een inspirerende presentatie over het leven van mieren. Veel van de vlindersoorten die we met de beheerwijzers een handje willen helpen, zijn afhankelijk van verschillende mierensoorten. Zo worden de eitjes van het gentiaanblauwtje door knoopmieren opgehaald. Deze eitjes overwinteren vervolgens in het nest van de mieren. In de zomer kruipt de vlinder uit het nest. Het leven van verschillende mierensoorten heeft dus veel impact op de biodiversiteit, vaak meer dan we denken.
Zelf ontdekken is vaak nog mooier dan horen vertellen, dus na de presentaties was het tijd om samen naar buiten te gaan. Paulien leerde hoe je voorzichtig een mier kan hanteren, om deze vervolgens met een loepje goed te bekijken. Er werden verschillende mierennesten ontdekt en de soorten werden gedetermineerd. Het was een gezellige en zeer leerzame ochtend. Of zoals één van de beheerders het zei: “Met hoe meer groene mensen naar buiten, hoe leuker het is!”
Het project Heide-en veenvlinders van Landschapsbeheer Drenthe wordt mogelijk gemaakt dankzij financiering vanuit de provincie Drenthe.
Foto’s: Annemarie Loof