De nieuwe Boerenlandvogelbalans laat zien dat vogels van het open boerenland, zoals de grutto en de patrijs, sinds 1990 met bijna 70% afnamen. Vogels die op erven en in struwelen in het buitengebied broeden, bleven nagenoeg stabiel. Cijfers per provincie schetsen een somber beeld als het gaat om de broedprestaties van bekende vogels als de scholekster en kievit.
De boerenlandvogels hebben te lijden onder het geïntensiveerde landgebruik en daarmee samenhangende verdroging, vermesting en versnippering. Minder voedsel en meer predatie zijn daar directe gevolgen van. Op vrijdag 30 oktober is de Boerenlandvogelbalans overhandigd aan Donné Slangen, directeur Natuur en Biodiversiteit van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De balans is samengesteld door Sovon, LandschappenNL en de Bond Friese VogelWachten (BFVW). De basis ervan bestaat uit gegevens die door hun vele duizenden vrijwilligers zijn verzameld.
Wilt u de verkorte versie van de de Boerenlandvogelbalans lezen? Bekijk dan het leaflet.
De Boerenlandvogelbalans in Drenthe
De boerenlandvogelbalans 2020 is klaar en geeft een beeld dat we aan zagen komen. De uitkomsten van het onderzoek zijn voor redelijk wat soorten niet heel rooskleurig. Ook in Drenthe, waar wordt ingezet op goede bescherming en monitoring van de boerenlandvogels. Dit wordt gedaan door circa 300 vrijwilligers (correctie op de monitor) en professionals die met veel passie en inzet ten strijde trekken om de teloorgang van de boerenlandvogels een halt toe te roepen.
In de Boerenlandvogelbalans mist helaas een erg belangrijke soort voor Drenthe: de wulp. Deze soort is voor de Nederlandse populatie vooral afhankelijk van Drenthe en Overijssel. De wulp wordt wel genoemd bij de veranderingen in aantallen per soort, maar mist in de rest van de balans.
Landschapsbeheer Drenthe (LBD) heeft in samenwerking met het Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels de afgelopen jaren intensief onderzoek verricht naar de wulp, om deze soort in de toekomst nog beter te kunnen beschermen. Zoals in de balans is genoemd, is het ook voor de wulp van belang dat het uitkomstpercentage van de nesten toeneemt en opvolgend de jongenoverleving zich positief ontwikkelt. Specifiek beheer is op deze soort van toepassing, omdat deze zich in mindere mate laat leiden door beheersmaatregelen. Het in een raster zetten van nesten is effectief gebleken om het uitkomstsucces te verhogen naar maar liefst 80%. De overleving van de jongen is vervolgens de bottleneck. De komende jaren willen we met onderzoek verder inzicht krijgen hoe we wulpen nog effectiever kunnen beschermen om ze voor Drenthe (en heel Nederland) te behouden. Dit lukt alleen door de intensieve samenwerking tussen LBD, Kenniscentrum Akkervogels, Wulpenbrigade, Boerenlandvogelvrijwilligers en de boeren met de financiële ondersteuning van diverse subsidieverstrekkers.
Intensieve samenwerking
Zowel binnen als buiten de ANLb-gebieden wordt intensief samengewerkt tussen LBD, de Agrarische Natuur Drenthe (AND), boeren, vrijwilligers, TBO’s en faunabeheereenheden. Dit alles om een zo effectief mogelijke bescherming te creëren in die boerenlandvogelgebieden. Recente afspraken met de AND hebben geleid tot een goede verdeling van taken. De AND, verantwoordelijk voor de ANLb-gebieden, neemt het initiatief voor gebiedsbijeenkomsten met voorgenoemde partijen in de ANLb-gebieden. LBD neemt het initiatief voor de gebiedsbijeenkomsten in de overige gebieden in Drenthe. Deze zijn opgesplitst in negen clustergebieden waar nog voor Drenthe relatief grotere dichtheden met weide- en akkervogels aanwezig zijn. LBD schuift overigens ook aan bij de gebiedsbijeenkomsten in de ANLb-gebieden. De vrijwilligerscoördinatie ligt bij LBD en de AND verzorgt de coördinatie met betrekking tot de ANLb-pakketten en contact hierover met de boeren. Een duidelijke en goede scheiding van de werkzaamheden. Maatregelen buiten de ANLb-gebieden worden door LBD ingezet op het aandragen van vrijwilligers en in overleg met de desbetreffende boeren. Het gaat hierbij om de ontwikkeling van plasdrassen, uitgestelde bewerking, kruidenrijk kuikenland en uitgesteld maaien. Dit is een beperkt aantal pakketten om zo efficiënt mogelijk in te kunnen zetten vanuit extra financiering, ook wel de flexibele pot genoemd.
Een goede samenwerking tussen de partijen is van essentieel belang, alsmede een goede overlegpartner en opdrachtgever, zoals de provincie Drenthe. Alle overlegpartners zitten regelmatig met elkaar om de tafel tijdens het Erm-beraad, waarbij de boerenlandvogels centraal staan en door afstemming tussen de partijen het belang van de weidevogels worden behartigd.
Vogels op het boerenland
Weidevogels, akkervogels en boerenlandvogels, het zijn drie groepen die elkaar overlappen. Een kievit broedt op een weide, maar ook op een akker. Een veldleeuwerik vind je in het boerenland, maar ook op de heide. Voor de weidevogelgroepen zijn vooral de volgende soorten van belang:
- Kievit: neemt af, maar is voor Drenthe de meest algemene in dit rijtje.
- Scholekster: neemt af op het boerenland, maar verhuist steeds vaker naar kiezeldaken op industrieterreinen en andere gebouwen met een plat dak. Dit is de enige boerenlandvogel die dit kan doen, omdat de jongen van de scholekster gevoerd worden door de ouders.
- Tureluur: een lastige soort die moeilijk te vinden is en waar geen goed compleet beeld van is met betrekking tot het broedsucces en de hoeveelheden die in Drenthe voorkomen.
- Grutto: de Nationale vogel, die in Drenthe maar mondjesmaat broedt. De grutto is vooral te vinden in de aangewezen ANLb-gebieden rondom Emmen, Oosterhesselen en Dalen en rondom Zuidlaren.
- Wulp: deze soort zouden we eigenlijk moeten benoemen tot de vogel van Drenthe. De laatste jaren is de focus meer en meer komen te liggen op het vinden van de nesten van de wulp in Drenthe. Het onderzoek vanuit Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels in samenwerking met LBD en de vrijwilligers in het veld heeft de monitoring van deze soort een boost gegeven. Vrijwilligers zijn gemotiveerder om de nesten van deze soort te vinden door de extra aandacht voor de wulp.
Erf- en struweelvogels
Naast de kenmerkende boerenlandvogels wordt in de balans geschreven over de erf- en struweelvogels die het in het oosten van Nederland goed doen. Deze soorten laten in Drenthe en Groningen de grootste toename zien. Dit is natuurlijk niet gek als u bedenkt dat we in Drenthe relatief veel struweel, bossen, houtwallen en singels hebben. Ook het kleinschalige boeren landschap komt nog (relatief) veel voor in delen van Drenthe. Een soort als de steenuil profiteert hiervan en ook LBD heeft een rol bij het adviseren en herinrichten van erven en herstel van landschapselementen.
Bescherming boerenlandvogels
De beheersmaatregelen richten zich meer en meer op aanpassingen in het boerenland, op het plaatsen van rasters om (grond)predatoren uit de clustergebieden van de weidevogels te houden en tot het neerzetten van wildverjagers (piepers). Alles wordt gedaan en onderzocht om de bescherming van onze boerenlandvogels te optimaliseren.
Met de mogelijkheden vanuit de flexibele pot (beschikbaar gesteld door de provincie Drenthe), de uren die we vanuit LBD investeren in de boerenlandvogels door middel van onder andere gebiedsbijeenkomsten voor effectieve afstemming en de mogelijke POP3-gelden die (hopelijk) beschikbaar komen voor de aanleg van 20 plasdrassen hopen we onze inzet vanuit LBD in samenwerking met de vrijwilligers en de betrokken boeren nog verder te kunnen uitbouwen ten gunste van de boerenlandvogels.
De toekomst lijkt voor de ene soort gunstiger dan voor de andere. Moeten we afscheid gaan nemen van bepaalde soorten? Hopelijk niet, maar de toekomst zal het leren. De predatiedruk is in de noordelijke provincies, dus ook Drenthe, ongekend hoog. Alleen afschot is niet de oplossing voor dit probleem. Aanpassingen in het gebruik van ons buitengebied, waterstanden, plaatsen van rasters en overige beschermingsmaatregelen. Alles zal nodig zijn om deze prachtige vogels voor ons boerenland te behouden. De vrijwilligers, LBD, AND, FBE’s, de boeren, onderzoekers en iedereen die om de boerenlandvogels hebben de uitdaging om met elkaar in gesprek te blijven, te kijken naar de mogelijkheden die er zijn, zonder iemand te kort te doen en het maximale uit de samenwerking te halen. En daar zullen we voor blijven gaan. Onder het volgende motto zetten we ons volledig in voor de boerenlandvogels: Bij elkaar komen is een begin. Bij elkaar blijven is vooruitgang. Met elkaar samenwerken is succes.
Erwin Bruulsema
Coördinator Boerenlandvogels Drenthe, Landschapsbeheer Drenthe