Wie in de lente en zomer buiten komt krijgt te maken met teken. Jaarlijks krijgen ruim 1 miljoen mensen een tekenbeet. Uiteraard lopen mensen die vaker in het groen aanwezig zijn meer risico, maar zelfs als u een wandeling dichtbij huis maakt is het verstandig om (naderhand) alert te zijn op tekenbeten. Teken komen in heel Nederland voor en worden actief wanneer de temperatuur boven de 5 gaden komt. Ongeveer één op de vijf teken is besmet met de bacterie Borrelia burgdorferi, die de ziekte van Lyme kan veroorzaken. Daarom is het belangrijk om te weten wat u kunt doen om een tekenbeet te voorkomen en hoe u moet handelen bij een tekenbeet.
De teek behoort tot de zogenoemde geleedpotigen en lijken net platte spinnetjes. Ze kennen vier levensstadia: ei, larve, nimf en volwassen teek. De larve heeft zes poten, maar de nimf en de volwassen teek hebben acht poten. Teken komen voor in bossen, duinen, heidegebieden, weilanden, parken en tuinen. Ze hechten zich aan passerende mensen, huisdieren, wilde dieren, grote grazers, vogels, zieke dieren en kadavers. Mensen hebben van maart tot en met oktober het meeste last van tekenbeten.
Tekenbeten voorkomen
- Draag gesloten en huidbedekkende kleding.
- Draag tijdens het werk of uw bezoek aan de natuur uw sokken over uw broekspijpen.
- U kunt uw sokken, schoenen en broek een paar keer per dag inspuiten met een insectenwerend middel dat 30-50% DEET bevat. Dit geeft geen volledige bescherming; blijf dus alert.
- U kunt uw onbedekte huid insmeren met een anti-insectenmiddel dat 30-50% DEET bevat. Lees altijd eerst de gebruiksaanwijzing.
- Controleer na afloop van het werk eerst uw kleding en dan uw lichaam op teken.
Ik ben gebeten door een teek. Wat nu?
- Verwijder de teek zo snel mogelijk.
- Pak de teek zo dicht mogelijk bij de huid beet, bij voorkeur met een puntige pincet of speciale tekenverwijderaar. Trek de teek er langzaam uit. Soms gaat dit niet eenvoudig. Gebruik geen alcohol of jodium voordat u de teek verwijdert, maar ontsmet het beetwondje na het verwijderen met 70% alcohol of jodium.
- Noteer de datum waarop u bent gebeten en maak een foto van de beetplek.
- Houd drie maanden na de tekenbeet de huid rondom de beet in de gaten.
- Krijgt u een rode ring of klachten die doen denken aan de ziekte van Lyme, ga dan naar de huisarts.
- Maak dan ook een foto van de rode ring of vlek.
- U kunt een beet melden op www.tekenradar.nl of via de app Tekenbeet van het RIVM.
De ziekte van Lyme
De ziekte van Lyme wordt veroorzaakt door de bacterie Borrelia Burgdorferi. Door een tekenbeet kan die bacterie in het lichaam terechtkomen. De ziekte van Lyme kent drie stadia: de vroege lokale ziekte van Lyme, de door het lichaam verspreide ziekte van Lyme en de langdurige of chronische ziekte van Lyme.
De vroege lokale ziekte van Lyme ontstaat ongeveer twee tot dertig dagen na de tekenbeet. Op de plaats van de beet kan de welbekende rode ring of rode plek verschijnen. Als de ziekte niet op tijd wordt behandeld kan deze overgaan in het tweede stadium met gewrichtsklachten, klachten van de zenuwen (vooral uitval van gezichtszenuwen of pijnklachten in een arm of been) en hartritmestoornissen. In het laatste stadium, dat in twee tot vijf procent van de gevallen voorkomt, kan de ziekte langdurig worden en tot vervelende huidaandoeningen leiden.
Herkennen van de ziekte van Lyme
Het is niet gemakkelijk de ziekte van Lyme vast te stellen. De verschijnselen kunnen wisselen en alleen een bloedtest biedt voldoende zekerheid. Mogelijke ziekteverschijnselen zijn:
- een rode vlek of ring op de huid die steeds groter wordt;
- griepverschijnselen zoals koorts en spierpijn;
- dubbel zien, hangend ooglid, scheef aangezichtspijn, krachtsverlies of tintelingen in de ledematen;
- gewrichtsklachten die doen denken aan reuma.
Heeft u een of meer van deze klachten? Ga dan naar uw huisarts en vertel dat u denkt aan de ziekte van Lyme.
Wat kunt u doen om de ziekte van Lyme te voorkomen?
Het beste is om tekenbeten te voorkomen. Daarnaast is regelmatig en goed controleren heel belangrijk. Controleer na iedere (werk)dag in het groen uw lichaam op teken. Kijk vooral op ‘warme plekken’, zoals de oksels, liezen, bilnaad en knieholten, achter de haargrens en achter de oren.